
Heidelberg wil een circulaire stad worden. Het proefproject van Patrick Henry Village heeft tot doel stadsmijnbouw in bestaande gebouwen te beoefenen. Het startpunt werd bepaald met het Urban Mining Screener-programma, ontwikkeld door EPEA, en de Madaster Building Database.
Aan de ene kant is er een sloopklaar voor sloop in de jaren vijftig, dat moeilijk opnieuw te gebruiken is, en aan de andere kant is er de ambitieuze strategie van Heidelberg: een circulaire stad worden. Op het enorme terrein van de oude kazerne is het zinvol om te laten zien wat er momenteel mogelijk is op het gebied van circulaire economie: materialen halen uit bestaande gebouwen die niet bij het afval terechtkomen, maar lokaal worden hergebruikt of op een hoogwaardige manier worden gecirculeerd. Het principe heet urban mining. Stedelijke verkenning. Gebruik bestaande huizen en wegen als opslag van grondstoffen. Het is momenteel een van de belangrijkste concepten in de bouwsector voor de overgang naar een hulpbronnentransitie op lange termijn.
In Patrick Henry Village, een wijk met toekomstige appartementen voor 10.000 mensen en ruimte voor 5.000 banen, moeten meer dan 300 gebouwen worden gesloopt, gerenoveerd of omgebouwd en hergebruikt. Maar wat kun je precies gebruiken voor een nieuw gebouw? Een vraag die het zogenaamde digitale bouwmaterialenregister kan beantwoorden. Het kadaster geeft informatie over welke materialen, in welke hoeveelheid en kwaliteit, te verwachten zijn bij de sloop van een gebouw of een grondige renovatie. De twee pijlers: Urban Mining Screener van EPEA en Madaster Building Database.
Urban Mining Screener is een programma dat met één druk op de knop hun materiaalsamenstelling kan inschatten op basis van bouwgegevens zoals bouwlocatie, bouwjaar, bouwvolume of gebouwtype. EPEA analyseert de bestaande componenten en gebruikte bouwmaterialen en presenteert de gegevens in een Building Circularity Passport, waar ze worden beoordeeld op hun recycleerbaarheid. De verzamelde gegevens worden vervolgens geüpload naar de Madaster-gebouwendatabase, zodat een verscheidenheid aan nuttige gebouwgegevens beschikbaar is voor projectontwikkeling en regionaal materiaalstroombeheer.
Stedelijke mijnbouw in bestaande gebouwen en circulair bouwen is niet alleen interessant vanuit klimaatperspectief. In economische zin zijn ronde gebouwen echte goudmijnen voor investeerders. Zo worden kosten voor toekomstige ontmanteling, conversie en storten bespaard en neemt de waarde van de activa toe door rekening te houden met de restmateriaalwaarde, er is potentieel voor waardezekerheid en waardebehoud op lange termijn door circulair gebouwontwerp en duurzame gebouwen, het imago wordt verbeterd en nog veel meer.
In de voormalige militaire stad is al veel gebeurd. De gebouwen werden geanalyseerd op leeftijd, grootte en constructiemethode en verstrekten gegevens over de gebruikte materialen. Op deze manier kunnen al vóór de ontmanteling opties worden getoond over de vraag of en welke behandelingsopties en recyclingroutes er zijn voor de afzonderlijke materiaalstromen en wat nodig kan zijn voor nieuwe projecten, wat zinvol is voor het project, wat kosten, grondstoffen en CO2 bespaart.
Voor Heidelberg betekent het project een verdere uitbreiding van zijn pioniersrol op het gebied van circulair bouwen, hergebruik van materialen uit bestaande gebouwen en beheer van bouwmaterialen en secundaire grondstoffen. Patrick Henry Village (PHP) zou een vuurtorenproject kunnen worden binnen de Circular City Strategy van de stad, de basis kunnen leggen voor duurzame recycling en constructie van bouwmaterialen, en een blauwdruk kunnen zijn voor vele andere projecten in andere steden.
Foto: proefproject Patrick Henry Village, Heidelberg © Matthias Heinrich, EPEA
Auteur: Matthias Heinrich