Duurzaamheidseisen voor bouwproducten

01 November 2024

In de bouw zijn er verschillende initiatieven gericht op het ondersteunen en bevorderen van duurzame bouwprojecten. Hoewel veel vereisten op het eerste gezicht complex lijken, zijn er al ontwikkelingen waaraan fabrikanten van bouwproducten zich moeten aanpassen om concurrerend te blijven en ook in de toekomst te kunnen blijven voldoen aan de eisen van duurzaam bouwen.

Synopsis

De ontwikkelingen in de bouwsector tonen aan dat fabrikanten van bouwproducten zich moeten aanpassen aan de volgende duurzaamheidseisen:

  1. CO₂-kenmerken in Milieuproductverklaringen (EPD) moet worden geïdentificeerd en geoptimaliseerd.
  2. De afwezigheid van schadelijke stoffen moet Productpasjes bewezen worden.
  3. Fabrikanten moeten hun producten en processen aanpassen aan circulair gebouw klaarmaken.

Om aan deze en toekomstige eisen te voldoen, moeten producten gebaseerd zijn op vastgestelde ontwerpprincipes duurzaam op lange termijn ontworpen worden.

Overzicht van belangrijke voorschriften

Om duurzaamheid verder te integreren in bedrijven zijn er de laatste jaren steeds meer initiatieven en regelgeving ontwikkeld op Europees en nationaal niveau om een duurzame economie te bevorderen. Op basis hiervan moeten de duurzaamheidsprestaties van bedrijven, gebouwen en bouwproducten worden beoordeeld. Om een overzicht te geven, worden de belangrijkste voorschriften hieronder opgesomd en toegelicht:

Europese vereisten

GreenDeal: EU-plan voor klimaatneutraliteit tegen 2050

De Green Deal is een strategie die bedoeld is om de EU-lidstaten te helpen om tegen 2050 klimaatneutraal te worden. Het werd in 2019 door de Europese Commissie gelanceerd en omvat verschillende initiatieven voor een breed scala aan beleidsgebieden, zoals klimaat, transport, industrie, landbouw en financiën. De opgenomen initiatieven hebben tot doel de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en een duurzame samenleving te creëren. Alle individuele maatregelen zijn beschikbaar op de Wettelijk treinschema zichtbaar. De belangrijkste voorschriften voor fabrikanten van bouwproducten binnen de Green Deal vind je hieronder.

EU-taxonomie: classificatiesysteem voor duurzame investeringen

Sterven EU-taxonomie is een classificatiesysteem dat werd gecreëerd om de randvoorwaarden voor duurzaam en milieuvriendelijk ondernemen te definiëren. Het specificeert aan welke criteria ondernemersactiviteiten en -producten moeten voldoen om een bedrijf of bouwproject als milieuvriendelijk te beschouwen. Met deze informatie kunnen bedrijven en investeerders hun investeringen bewust kanaliseren in duurzame projecten en tegelijkertijd de Green Deal steunen. Er is momenteel een Investeringsvolume van ongeveer 500 miljard euro, dat uitsluitend bedoeld is voor duurzame onderwerpen. Bouwprojecten moeten voldoen aan de vereisten van de EU-taxonomie om investeringen uit deze geldpotten te kunnen ontvangen.

CPR: standaardisatie van de marketing van bouwproducten

De EU-verordening voor bouwproducten (Verordening voor bouwproducten, CPR) stelt regels vast voor het op de markt brengen van bouwproducten in de EU. Terwijl in het verleden alleen technische vereisten moesten worden bewezen, werd in de nieuwe versie van de verordening, die op 7 januari 2025 van kracht werd, de Laat de ecologische voetafdruk zien stap voor stap voor elk product verplichten. De CPR zorgt er daarom voor dat betrouwbare informatie over de milieueffecten van producten beschikbaar is.

De CO2-voetafdruk moet momenteel worden vermeld als onderdeel van een milieuproductverklaring (EPD). Voor alle producten die onder de harmonisatie van de CPR vallen, moet in de toekomst de inhoud van een EPD worden gepubliceerd. Als de vereiste informatie niet beschikbaar is, mogen de producten niet op de markt worden gebracht. In de toekomst wordt verwacht dat de vereisten voor producten zullen blijven worden uitgebreid naar andere productcategorieën.

EU-verordening voor ecologisch ontwerp van duurzame producten (ESPR)

Sterven Verordening inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten (ESPR) maakt deel uit van de Europese Green Deal en stelt precieze eisen aan verschillende productcategorieën op het gebied van duurzaamheid. De verordening is bedoeld om de circulaire economie te versterken en heeft tot doel de levensduur van producten te verlengen. Als onderdeel van ESPR, onder andere digitale productpaspoorten (DPP) geïntroduceerd. Deze maken informatie over de duurzaamheid en milieueffecten van producten (inclusief de inhoud van de CPR) digitaal beschikbaar en verwerkbaar. De DPP's worden in 2026 geïntroduceerd.

Richtlijn inzake duurzaamheidsverslaglegging van bedrijven (CSRD)

Sterven Richtlijn inzake duurzaamheidsverslaglegging van bedrijven (CSRD) is een EU-richtlijn die de duurzaamheidsverslaglegging van bedrijven reguleert. Het is op 5 januari 2023 in werking getreden en breidt de reikwijdte en reikwijdte van de rapportage uit in vergelijking met eerdere regelgeving. Voor grote bedrijven die al onderworpen zijn aan de niet-financiële aangifteplicht, geldt de CSRD voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2024. Vanaf 1 januari 2025 worden ook andere grote bedrijven opgenomen, terwijl kapitaalmarktgerichte kleine en middelgrote bedrijven zich vanaf 1 januari 2026 moeten voorbereiden op een aanvraag.

Deze richtlijn vereist dat fabrikanten van bouwproducten hun duurzaamheidspraktijken op transparante wijze openbaar maken. Dit omvat het analyseren van de materialiteit van hun activiteiten en het rekening houden met het principe van dubbele materialiteit om ervoor te zorgen dat zowel de impact op duurzaamheid als de impact van duurzaamheid op het bedrijf worden geregistreerd. Voor de maakindustrie is de categorie met name OREN E1 en E5 essentieel. Daarin moeten bedrijven specifieke informatie verstrekken over hun CO2-uitstoot, klimaatbeschermingsmaatregelen en het gebruik van middelen en maatregelen om de circulaire economie te bevorderen. Daarnaast kunnen openbaarmakingsvereisten voor het gehalte aan verontreinigende stoffen (E2) en waterverbruik (E3) van toepassing zijn.

Duitse vereisten

Federale financiering voor efficiënte gebouwen (BEG-financiering)

Sinds 1 juli 2021 is de BEDELEN Gebouwen met subsidies, op voorwaarde dat ze hun duurzaamheid gedurende de hele levenscyclus kunnen bewijzen. Er wordt financiering gegeven aan projecten die voldoen aan de criteria van klimaatvriendelijke nieuwbouw (KFN) vervullen. Er is meer steun voor gebouwen die ook Kwaliteitslabel voor duurzaam bouwen (QNG) bereiken.

Een voorwaarde voor BEG-financiering is altijd een levenscyclusanalyse (LCA) van het hele gebouw. In deze LCA worden de CO2-voetafdrukken van alle gebruikte bouwproducten samengevat. De CO2-voetafdruk van het gebouw moet aan een limiet voldoen om in aanmerking te komen voor financiering. Om het hoogste financieringsniveau te bereiken, moet het gebouw voldoen aan aanvullende vereisten voor verontreinigende stoffen en andere criteria.

Om aan deze vereisten te voldoen, moeten planners bouwproducten selecteren die EPD's publiceren met een lage CO2-voetafdruk en die voldoen aan de vereisten voor verontreinigende stoffen.

Building resource pass (GRP): documentatie van de gebruikte middelen

GRP's spelen een belangrijke rol in de bouw. Ze laten potentiële kopers en gebruikers zien welke grondstoffen en producten in een gebouw worden gebruikt en geven bijvoorbeeld informatie over hun recycleerbaarheid. Circulariteitsgegevens zijn vereist voor alle producten om grondstofpassen voor gebouwen te creëren. Nog steeds In 2025 zouden GRP's deel moeten uitmaken van de QNG-certificering worden en dus een voorwaarde voor het ontvangen van financiering.

Om aan deze vereisten te voldoen, moeten planners bouwproducten selecteren waarvan de circulariteitsgegevens zijn gepubliceerd.

Certificeringen voor groen bouwen

Al deze voorschriften zijn gebaseerd op de jarenlange ervaring van de markt met vrijwillige certificeringen voor groen bouwen. Dit omvat systemen zoals DGNB, BNB, LEED of BRIES. Deze systemen evalueren gebouwen of bouwprojecten op basis van verschillende criteria. Om deze certificeringen te verkrijgen, moeten projecten onder andere voldoen aan bepaalde CO2-limieten, vereisten voor verontreinigende stoffen en circulariteitsindicatoren. Certificeringen voor groen bouwen zijn momenteel vrijwillig, maar vertegenwoordigen in Duitsland al een investeringsvolume van ongeveer 11 miljard euro.

Hieruit voortvloeiende vereisten voor bouwproducten

CO₂-kenmerken in milieuproductverklaringen (EPD)

Een essentieel onderdeel van alle bovenstaande voorschriften is de levenscyclusanalyse/levenscyclusanalyse (LCA). EPD's vormen de basis voor deze levenscyclusanalyse. Het is daarom te verwachten dat een EPD op middellange termijn een van de belangrijkste fundamenten zal zijn voor alle bouwproducten. Sinds 7 januari 2025 zijn fabrikanten ook geleidelijk verplicht om EPD-gegevens via CPR te publiceren.

EPD's zullen met name belangrijk zijn voor volumerelevante producten die ecologischer worden geproduceerd. Producten waarvoor geen EPD's beschikbaar zijn, zullen geleidelijk niet meer worden gebruikt in projecten die financiering willen ontvangen voor duurzame investeringen.

Door productspecifieke EPD's aan te bieden, kunnen fabrikanten zich nu al onderscheiden van de concurrentie en zich voorbereiden op de nieuwe reanimatieverplichtingen.

EPEA helpt u graag bij het maken van EPD's of EPD-tools waarmee u binnen enkele minuten een onbeperkt aantal specifieke EPD's voor al uw producten, locaties en projecten kunt publiceren.

Vraag nu een offerte aan

Gehalte aan verontreinigende stoffen van producten — bewijs van conformiteitsverklaringen

Om ervoor te zorgen dat bouwproducten ook kunnen worden gebruikt in duurzame bouwprojecten, wordt het steeds belangrijker dat alle geïnstalleerde producten voldoen aan de verschillende grenswaarden voor verontreinigende stoffen. Deze variëren sterk, afhankelijk van de vereisten en zijn complex. Fabrikanten moeten bewijzen of aan passende vereisten is voldaan door middel van conformiteitsverklaringen. Dit zijn documenten waarin de fabrikant bevestigt dat aan de vereisten is voldaan.

Vanwege de complexiteit van deze vereisten zijn planners momenteel erg onzeker over dit onderwerp. Producten waarvan niet duidelijk is aangetoond dat ze aan deze vereisten voldoen, worden snel weggegooid. Het gehalte aan verontreinigende stoffen van producten heeft tot nu toe een belangrijke rol gespeeld, met name in de taxonomie van de EU, QNG en certificeringen voor groen bouwen. Producten die niet aan de vereisten voldoen, mogen niet worden geïnstalleerd. Opgemerkt moet worden dat als een enkel geïnstalleerd product niet voldoet aan de vereisten voor het gehalte aan verontreinigende stoffen, het hele gebouw niet aan de vereisten voldoet. Vooral aan kleinere producten, hulpstoffen en bouwchemicaliën worden hoge eisen gesteld.

Om deze onzekerheid voor planners weg te nemen, heeft EPEA ProCA ontwikkeld: Een geautomatiseerde evaluatiedienst die aantoont dat aan de duurzaamheidseisen wordt voldaan op basis van productkenmerken en conformiteitsverklaringen opstelt.

Vraag nu een offerte aan

Producten duurzaam maken op lange termijn

De huidige ontwikkelingen op het gebied van regelgeving tonen aan dat alle spelers in de bouwsector zich moeten aanpassen aan voortdurend nieuwe vereisten op het gebied van duurzaamheid en circulaire economie. Een manier om je hier toekomstbestendig op voor te bereiden, is door je eigen producten te optimaliseren volgens het Cradle to Cradle® -ontwerpprincipe. Dit biedt een kader om producten volledig recycleerbaar en dus duurzaam te maken op lange termijn. Dankzij de holistische benadering heeft optimalisatie volgens Cradle to Cradle® een positief effect op alle bovenstaande vereisten.

EPEA helpt u om uw producten te upgraden volgens Cradle to Cradle® - Optimaliseer en certificeer het principe Onze meer dan 30 jaar ervaring helpt u om een positieve voetafdruk achter te laten op het milieu en de samenleving en om producten te ontwikkelen die recyclebaar zijn.

Vraag nu een offerte aan

Klik hier om te downloaden

Het rapport downloaden

Hartelijk dank voor je interesse!
Oeps! Er is iets misgegaan bij het verzenden van het formulier.